U bent hier:

Newsletter 2015

 

 

  1. Editoriaal

  2. DETIC zet zijn schouders onder het nanocharter

  3. Geen caps voor kids

  4. I prefer 30°: analyse van een multistakeholdercampagne

  5. Cosmetica: de ontwikkelingen op een rijtje

  6.  In het kort

     

 

Edito

CLP? Weg ermee! 

 

Laten we voor eens en voor altijd komaf maken met CLP, een dure en inefficiënte verordening, die echter een beslissend keerpunt had kunnen zijn in de communicatie naar de eindgebruiker. Verhaal van een ontgoocheling.

CLP (Classification & Labelling & Packaging) staat voor een Europese verordening, die «gevaarlijke» producten (gevaarlijk volgens de wettelijke definitie en niet in de gangbare betekenis) indeelt volgens het gevaar dat zij inhouden en communicatie oplegt die bij dat soort gevaar hoort.  Bemerk dat de indeling gebaseerd is op de eigenschappen van de stoffen die in de productsamenstelling gebruikt worden en geen rekening houdt met de werkelijke blootstelling aan die stoffen.  We hebben hier dus niet te maken met een beoordeling van het risico maar van een potentieel tot zelfs theoretisch gevaar.  Ook vertaalt de bijbehorende communicatie enkel de indeling van het product (bijtend, ontvlambaar, enz.) maar zegt ze verder niets over de manier waarop een gebruiker zich tegen het gevaar kan wapenen.  CLP is daarom een verordening van scheikundigen en geen communicatietool naar de eindgebruiker en zeker niet naar de gemiddelde consument toe.

En dat is jammer.  REACh, de verordening die de menselijke gezondheid en de milieu-impact bij het op de markt brengen van chemische producten kadert, is echt gebaseerd op een risicoanalyse en kijkt zowel naar de eigenschappen van stoffen als naar de blootstelling aan die stoffen.  CLP had als communicatiecomponent in het wetgevende arsenaal ter omkadering van de zogenaamde «gevaarlijke» producten, vernieuwend kunnen zijn en had zo opgevat kunnen worden dat zij, bouwend op de aanpak van REACh, communicatie verplicht had kunnen maken die gebaseerd is op het risico en gericht is op de gebruiker.  Kortom een samenhangend regelgevend geheel. Dat is niet het geval. Dit is dan ook meer dan een gemiste kans, de term mislukking is beter op zijn plaats. Wat levert CLP uiteindelijk op?  Voor de professionelen, een internationale taal. Voor de consumenten, niets extra: CLP vervangt namelijk een andere regelgeving (RGP – Richtlijn Gevaarlijke Producten) die bijna hetzelfde oplegde, op basis van een iets andere indeling en met iets andere pictogrammen.

CLP treedt in werking vanaf juni 2015 en de nefaste gevolgen zullen snel voelbaar worden.  De kleine verschillen inzake indelingscriteria zullen een niet te verwaarlozen impact hebben, in het bijzonder in de detergentensector. In de realiteit betekent dit dat de nieuwe regeling alle nuances wegveegt en, wanneer klakkeloos toegepast (d.i. zonder aanvullende in vivo-proeven), de meeste detergenten promoveert naar de klasse «bijtend». En dat geldt zowel voor een handafwasmiddel, een ontkalker als een WC-ontstopper. De consument mag dankbaar zijn. De productcommunicatie nog meer in de war sturen, was onmogelijk. De professionele gebruiker zal kunnen terugvallen op het (verplichte) veiligheidsinformatieblad, maar de befaamde «gemiddelde» consument (gedefinieerd door de verordening) heeft niets meer… tenzij uiteraard zijn gezond verstand.  Een flinke dosis gezond verstand naar wij hopen!  Feit is dat onze sectoren na REACh beter verwachtten van een regelgeving die de ambitie koestert om de communicatie naar de gebruiker over zogenaamd gevaarlijke producten te verbeteren.  Opzet mislukt, dus deze tirade is terecht.  Maar tijd ook om de bladzijde om te slaan.

En laten we dat maar meteen goed doen.  Het is duidelijk dat de industrie zich aan de verordening moet houden, hoe absurd die ook is.  Allicht bestaan er oplossingen om de communicatie met de eindgebruiker te herstellen.  De «safe use»-pictogrammen die de detergentensector uitgewerkt heeft, vormen alvast een interessante piste, maar er zijn nog veel meer mogelijkheden.  De functionaliteit van het etiket op consumptieproducten is en blijft een uitdaging, waar België nog een schepje boven op doet: meerdere talen, regelgevende verplichtingen en marketingclaims moeten op een heel beperkte ruimte samenleven.  De toekomst is allicht aan andere informatiedragers, digitale bijvoorbeeld. En om nieuwe testen te vermijden heeft de detergentensector DetNet ontwikkeld, het eerste systeem waarmee men evaluatiegegevens van mengsels kan delen. Een echte hulp voor de bedrijven, en hopelijk ook voor de inspectiediensten.

 

<top

 

 

DETIC zet zijn schouders onder het nanocharter

DETIC creëert op dit moment een nanocharter.  Nanomaterialen zijn materialen die oneindig kleine deeltjes bevatten, waarvan minstens één van de dimensies uitgedrukt wordt in nanometer (d.i. een miljardste van een meter).  Ze worden gebruikt in zonnecrèmes, huidverzorgingsproducten en tandpasta maar ook bijvoorbeeld in verven, verpakkingen, computerchips en medische apparatuur.  Productie en behandeling van nanomaterialen is een relatief nieuwe activiteit en zoals iedere innovatie brengt ook deze onzekerheid met zich mee.

 

En deze onzekerheid willen de bedrijven met dit charter deels wegwerken.  Bedrijven moeten bij de behandeling en productie van grondstoffen immers consequent en verplicht de nodige veiligheidsprocedures en fabricageprosessen naleven. Daarbij en volgens de producteigenschappen, past de industrie het voorzorgsprincipe toe, die specifieke en aangepaste maatregelen hanteert. Met de bedoeling dit verantwoord ondernemen van de industrie te verduidelijken en zo alle belanghebbenden gerust te stellen, is de industrie overgegaan tot de ontwikkeling van een charter, dat vier fundamentele principes volgt : duurzame ontwikkeling, veiligheid voor mens en milieu, transparantie en communicatie.

Nanomaterialen bevorderen mee de uitbouw van een op duurzame ontwikkeling gebaseerde samenleving doordat zij het ontstaan van nieuwe markten en jobcreatie bevorderen.  Anderzijds kunnen zij, middels producttoepassingen, de levenskwaliteit verbeteren en bijdragen tot milieubehoud. We kunnen dus spreken van een duurzame bijdrage, zowel op economisch en sociaal vlak als op gebied van milieu. Ten tweede wil het charter met het veiligheidsluik verduidelijken dat bedrijven verplicht zijn om specifieke veiligheidsprocedures toe te passen bij de behandeling en productie van nanomaterialen.  Dat wil zeggen dat ze er voor zorgen dat de veiligheid van de werknemers en, na de productie, ook die van de gebruikers en consumenten gegarandeerd wordt.  Het transaparantie- en communicatieluik, als laatste, toont aan dat de ondernemingen hun klanten en logistieke partners de informatie ter beschikking stellen die vereist is om de nanomaterialen op een veilige manier te vervoeren, op te slaan en te gebruiken, te verwerken of te verwijderen.  Op die manier wordt binnen de productketen nuttige informatie uitgewisseld die cruciaal is voor het verantwoord op de markt brengen van producten.

Wat betreft de productie en behandeling van nanomaterialen voorziet de wet, met uitzondering van cosmeticaproducten, geen specifieke bepalingen, anders dan die voor gewone grondstoffen.  Met dit charter, willen de bedrijven alle belanghebbenden geruststellen en open communiceren over hoe zij op een verantwoorde manier deze nieuwe activiteit benaderen.  Het charter is nog in volle ontwikkeling en overleg, maar DETIC hoopt op een snelle en positieve bekrachtiging van dit project zodat het rond september klaar is voor ondertekening. Een van de functies van het charter is ook het zo veel mogelijk verspreiden van goede praktijken binnen de industrie.

 <top

 

 

Geen caps voor kids

 


 

Innovatief, ecologisch en… smakelijk?

In 2012 deed de wasmiddelcapsule zijn intrede op de Belgische markt.  Innovatief want dit compact formaat vraagt minder verpakking en minder transport, wat de algemene CO2 uitstoot verlaagt en ze daardoor milieuvriendelijker maakt dan een niet-geconcentreerd product.  Makkelijk, want in hun vorm geven ze de juiste dosis aan en zijn ze veiliger.  Een probleem, want net door die aantrekkelijke vorm en uitzicht worden ze door sommige kinderen als snoepjes beschouwd en wanneer kleine kinderen dit geconcentreerd goedje inslikken kan dat ernstig ongemak veroorzaken .

De industrie neemt een verantwoordelijke attitude aan

Het is niet zo dat het aantal ongevallen met wasmidelcapsules significant verschilt van ongevallen met andere was-of schoonmaakmiddelen, ze worden simpelgweg steeds meer verkocht en samen met die stijging gaat ook het aantal ongevallen de hoogte in.  De sector kreeg hier kennis van en nam samen met het antigifcentrum het heft in handen en zette een vrijwillig programma op poten om de aantrekkelijkheid van de capsules te verminderen.  De verpakking ondoorzichtig maken, het openen van de sluiting moeilijker maken en betere communicatie op de verpakking via waarschuwingssymbolen zijn daar voorbeelden van.

Aan het einde van 2014, heeft de Europese Unie een aanpassing van de wetgeving gepubliceerd die deze industrie initiatieven verplicht maakt voor de ganse Europese markt.  Daar komen nog extra verplichtingen bij : een bittere film rond de capsule aanbrengen zodat een kind bij aanraking met de mond deze meteen zou uitspuwen, 30 seconden onoplosbaarheid bij contact met water (20°) en de capsule steviger maken zodat die niet meteen barst wanneer het kind erin knijpt.

Geen caps voor kids: communicatiecampagne naar de ouders

Om deze voorzorgsmaatregelen te communiceren naar de gebruikers van de wasmiddelcapsules heeft de industrie een communicatiecampagne opgezet .  DETIC en AISE hebben in België (en andere Europese landen) de campagne ‘Geen Caps Voor Kids’ ontwikkeld. De campagne geeft een leidraad voor een veilig gebruik van deze producten en zou moeten toelaten het aantal ongevallen drastisch te verminderen.

Het antigifcentrum, een onmisbare partner

Belangrijke partner in deze campagne is het Belgisch antigifcentrum.  Als sinds diens ontstaan, werkt DETIC nauw samen rond preventie en informatie.  De samenwerking tussen Antigifcentrum, overheid en industrie zorgt voor een unieke en gespecialiseerde aanpak op zowel technisch - als communicatiegebied die de consument een geoptimaliseerd informatieplatform wil bieden. Bovenop de steun van het Belgisch antigifcentrum, kan deze campagne ook op de steun van de European Child safety Alliance rekenen.

 

Meer weten? http://www.keepcapsfromkids.eu/be/nl

 

<top

 

 

 

I prefer 30°: analyse van een multistakeholdercampagne

 

Al gehoord van ‘I prefer 30°’?  Ja?  Dan behoort u tot de 15% van de Belgische bevolking die we bereikt hebben met onze evenementen en facebookposts.  Nog nooit gehoord van I prefer 30°?  Geen nood, u kan nog in actie schieten om de milieu-impact van uw wasmiddel te verminderen.  Want precies daar gaat het om bij I prefer 30° : de gebruikersfase aanpakken.  Die fase levert binnen de levenscyclusanalyse de grootste bijdrage aan de milieu-impact van een wasmiddel.  De verantwoordelijkheid van de producenten daarmee verdoezelen of iemand een schuldgevoel aanpraten, is niet de bedoeling.  Inzicht en bewustzijn creëren daarentegen wel. Om op die manier een vastgeroeste gewoonte te veranderen opdat ze milieuvriendelijker wordt.

Waarom de gebruikersfase? De gebruikersfase bij wasmiddelen heeft, van alle onderzochte fases (ontginning van grondstoffen, productie, transport, gebruikersfase) de grootste milieuimpact. Dit is hoofdzakelijk te wijten aan het energie - en waterverbruik.  Van deze gebruikersfase is de reële milieu-impact zes keer groter dan de door de consument gepercipieerde impact.  Werk aan de winkel ?  Zeg dat wel!

De I prefer 30° campagne heeft de afgelopen 12 maanden de Belgische bevolking geïnformeerd over hoe zij haar kledij kan wassen op een duurzamere manier.  Want de meeste nieuw ontwikkelde wasproducten werken op basis van enzymen en maken het mogelijk om vlekken te verwijderen op lagere temperaturen dan de huidige gemiddelde wastemperatuur (41°C).  De ontwikkeling van deze nieuwe producten en het bijhorend gedrag vergen een mindswitch van de consument, die tot op heden de temperatuur van de wasmachine maar wat graag hoger draait. Wat zeker bij wasmiddelen op basis van enzymen contraproductief werkt.

En heeft de Belg zijn mind geswitched ?  Met de I prefer 30°-campagne en bijhorende facebookcampagnes, events en partnerships, kunnen we trots afklokken op een bereik van 15%.  Maar voor een echte gedragsverandering is het de Belg nog te vroeg.  Niet zo verwonderlijk gezien wasgewoontes doorgegeven worden van generatie op generatie en de langst levende generatie zweert bij kookwas.  Maar geen nood,  we zetten onze misie verder.  Eén ding is zeker : u hoort nog van ons!

Meer weten over i prefer 30°? www.iprefer30.eu

Hou zeker ook onze Facebookcampagne in het oog: https://www.facebook.com/iprefer30belgie

<top

 

 

Cosmetica: de ontwikkelingen op een rijtje

 

 

Innovatie is het kernwoord binnen de cosmeticamarkt.  Nieuwe kleuren, unieke formules en bijzondere behandelingen voor specifieke huidtypes kenmerken de evolutie van een sector waar personalisatie steeds belangrijker wordt, in een zeer competitieve markt die onderworpen is aan een rigoureuze wetgeving en een noodzaak aan snelle innovaties. 

De consument wil een steeds breder gamma en een grotere doeltreffendheid.  Een vraag waarop de industrie graag antwoord biedt en daar ook deels in slaagt. Want elke zomer en elke winter, elke maand en zelfs elke dag verschijnen nieuwe producten op de markt.  Producten die de consument begeleiden in al diens levensfases en die passen bij diens noden en wensen.

Vaste waarde

Eén van de vaste waardes van de laatste jaren is groen. Niet de kleur maar wel het concept.  De mensheid heeft decennialang geproduceerd en geconsumeerd dat het een lieve lust was, ‘the sky was the limit’.  Maar die limiet is voor onze planeet ondertussen bijna bereikt.  Bedrijven passen steeds vaker producten aan, aan de nieuwe realiteit wat het milieu betreft.  De vervanging van plastic scrubdeeltjes door natuurlijke alternatieven is daar een voorbeeld van.  Ook al is nooit bewezen dat die een substantiële bijdrage leveren aan de hoeveelheid plastic in de zee, er bestaan natuurlijke ingrediënten om ze te vervangen dus neemt een groot deel van de industrie vrijwillig haar verantwoordelijkheid.  De gebruiker van zijn kant wordt steeds oplettender en koopt bewuster.  Waar het product geproduceerd en verwerkt wordt, zijn steeds belangrijkere vragen.  Lokale producten, die vaak een beetje duurder zijn maar de lokale industrie stimuleren, zitten in de lift.  En hoewel de kwaliteit van natuurlijke en synthetische grondstoffen dezelfde is, wordt de consument aangetrokken door de trendwoorden ‘bio’ en ‘natuurlijk’. Nichemarkten die zonder twijfel zullen groeien. Daartegenover staat al dan niet dezelfde consument die zichzelf graag verwent met gedemocratiseerde luxeproducten, ondersteund door een beroemdheid. De markt blijft dus heel divers.

Ook all-in-one oplossingen zoals de bb- en cc- gezichtscrèmes blijven het goed doen.  Met één all-in-one crème koop je meteen een hydraterend, camouflerend en UV-beschermend product.  Deze trend beantwoord aan de vraag van de consument die graag een simpel schoonheidsritueel wenst. Deze crèmes bieden wel enkel bescherming voor een doordeweekse dag op kantoor en niet voor een zonnebad op het strand of in het park.  En op die momenten smeren de belgen zeker nog te weinig.  Slechts 39% van de Belgen vermijdt de warmste middaguren en slechts 7% draagt beschermende kledij.  Een vijfde van de Belgen vindt zelfs dat wanneer je een kleurtje hebt een zonnecrème nutteloos is.  Een onjuiste overtuiging als je weet dat je natuurlijk bruine kleurtje een waarde van ongeveer 2 SPF heeft.  Maar hoewel we nog steeds te weinig smeren, is er op wereldschaal wel een trend in gebruik van zonneproducten met hogere UV-bescherming.  De zomer van 2014 was geen al te mooie maar de zonnecrèmes verkocht in de apotheek met een hogere UV-beschermingsfactor hadden het meest succes .  Consumenten zoeken dus een betere bescherming.  De toenemende media-aandacht en de waarschuwende blogposts van fashionista’s zitten daar gegarandeerd voor iets tussen.

Niet iedereen zoekt daarentegen een all-in one, bedrijven zien ook interesse voor producten die een oplossing bieden voor een heel specifiek probleem. Zijn op maat gemaakte producten de toekomst?   

Een ander soort product dat aan populariteit wint zijn cosmeticaproducten of verpakkingen die de zintuigen prikkelen en associaties of herinneringen oproepen. Een voorbeeld van zulke associatie is eentje die men doortrekt van de keuken naar de badkamer.  Een body yoghurt, een body crumble of zelfs glutenvrije producten zijn daar het resultaat van.  Hoewel in de meeste cosmetische producten geen gluten voorkomen staat het natuurlijk iedereen vrij de ingrediëntdeclaratie te controleren op het voorkomen van ingrediënten die afgeleid zijn van tarwe, haver, rogge en gerst. Deze producten zijn enkel te gebruiken in de badkamer en niet in de keuken uiteraard! 

Daarnaast blijven ook de mannenproducten veel prominenter aanwezig dan pakweg een decennia geleden. Voor mannen is vooral de gelaatsverzorging en een fijn geurtje van belang.  De verkoop van parfums blijft over de jaren heen toenemen.  Ook de verkoop van vrouwenparfums blijft toenemen . Iets wat beide geslachten gemeenschappelijk hebben is de race tegen de tijd. Onze betere levensstandaard heeft tot gevolg dat we met zen allen langer en gezonder leven. Ongeacht de generatie, er zo lang mogelijk goed blijven uitzien interesseert ons dan ook steeds meer. Anti-aging verzorging worden dan ook steeds populairder.

Nieuwe trends en innovatie

De digitalisering in de beautywereld maakt de productinformatie toegankelijker wat aan de consument de mogelijkheid geeft om de producten steeds meer met elkaar te vergelijken.  De digitale wereld is ook een voedingsbron voor tal van “beauty aborstelspps” : applications die je gepersonliseerd makeover advies geven, tutorials, dermatologisch advies vanop afstand, make-uptrends die je virtueel uittest op een selfie, een app die je verwittigt wanneer je opnieuw zonnecrème moet aanbrengen.  De lijst is eindeloos.  Maar beautypassionates vind je niet enkel terug in de digitale wereld.  Sinds enkele jaren ook in technologieland.  De Braziliaanse Katia Vega stippelt met haar PhD in computertechnologie alvast de weg uit : met een gemaquilleerde knipoog de tv aanzetten en van zender veranderen, slimme objecten in je omgeving manipuleren met tattoos op je huid of je nepnagels, het is geen toekomstmuziek meer.

Urbanisering is na digitalisering en technologisering eveneens een beïnvloedende factor. Steeds vaker gaan consumenten op zoek naar cosmeticaproducten die een bescherming claimen tegen vervuiling.  Volgens het marktonderzoeksbureau Mintel is het aantal producten die antivervuiling claimen (bescherming van de huid tegen vervuiling) wereldwijd gestegen met 10% .  Een interessante ontwikkeling in een wereld waar stedelingen geconfronteerd worden met een steeds hogere graad van vervuiling.

Wat de trends ook zijn, de toekomst van de cosmeticaindustrie ziet er door al de nieuwe technologische en digitale ontwikkelingen dynamischer uit dan ooit en daardoor ook uitzonderlijk boeiend. Recent nog zijn het de Instagram –filters die als inspiratie dienden voor een cosmeticagamma. Of wanneer het virtuele de realiteit beïnvloedt…

 

 <top

 

 

In het kort

 

Greener packaging Award

Nog tot eind augustus kunnen bedrijven zich inschrijven voor de Greener Packaging Award.  Elke onderneming die de milieu-impact van één van haar (huishoudelijke of industriële) verpakkingen verregaand verminderd heeft, mag deelnemen.  In 2013 hebben de DETIC-sectoren op grote schaal aan deze wedstrijd deelgenomen en nogal wat prijzen in de wacht gesleept (Werner & Mertz, Laboratoires Ex-panscience, L’Oréal, Sicos, Ecolab, The Body Shop, Estee Lauder).  Awards waren er voor Procter & Gamble, L’Oréal en Laboratoires Expansciences.

Construbook

DETIC, essenscia Wallonië en het Fonds voor de Vakopleiding in de Bouwnijverheid zijn gestart met de redactie van een ‘construbook’ dat het correcte gebruik van mastieken op de werf behandelt.  Het «construbook» is een applicatie voor tablet, op basis van de handleiding van DETIC, die zal gebruikt worden op de werf en/of in het opleidingscentrum.

Nieuw dossier rond allergieën op www.detic.be 

Er staat een nieuw dossier rond allergieën op onze stakeholder-website www.detic.be.  Wat een allergie is, wat iemand moet doen als die een allergische reactie zou hebben en wat iemand kan doen om het risico erop te verminderen, zijn enkele vragen waarop dit dossier een antwoord geeft.

DETIC helpt mee aan het nationaal politioneel veiligheidsbeleid

Om de verschillende vormen van criminaliteit in onze maatschappij in kaart te brengen, werkt de Federale politie aan een Nationaal politioneel veiligheidsbeeld (‘NPVB’).  DETIC werkt via het VBO mee aan de invulling van dit project.  De informatie-uitwisseling tussen de verschillende actoren zal een beter beeld opleveren van de criminele feiten in onze sectoren en zal resulteren in een politioneel beleid, dat gerichter afgestemd is op de vastgestelde specifieke uitdagingen.

DETIC ontving Sabine Denis op haar Algemene Vergadering

Het onderwerp van haar uiteenzetting was ‘Shared Value’.  'Shared Value' staat voor de zoektocht naar economische en maatschappelijke meerwaarde via de corebusiness van bedrijven.  Of hoe bedrijven via hun producten en diensten een oplossing kunnen bieden voor de grote uitdagingen van morgen en een positieve impact hebben op de samenleving.  Het was zonder twijfel een interessante en inspirerende avond voor onze leden. Sabine Denis is co-executive officer van The Shift, het Belgisch duurzaamheidsnetwerk.

 

In de agenda

Herziening reclamecode DETIC

De afgelopen maanden hebben DETIC en haar leden naarstig gewerkt aan de herziening van de reclamecode. De nieuwe code zal begin september beschikbaar zijn op www.detic.be en www.detic-enterprises.be.

Herlancering I prefer 30°

DETIC zal in september opnieuw starten met de campagne I prefer 30°. Het sektoraal akkoord ter verhoging van het aantal milieuvriendelijke detergenten, bevat bepaalde vereisten op vlak van communicatie. Om tegemoet te komen aan deze vereisten, zijn de partners overeengekomen deze campagne verder te zetten. Hou vanaf september uw ogen gericht op facebook, want de campagne speelt zich vooral online af.   

 

<top

  

Verantwoordelijke uitgever: Frédérick Warzée - fwarzee@detic.be